Slangen (door Sandor)

In Zweden komen – net als in Nederland – slangen voor, vooral ringslangen en adders. Het grote verschil met Nederland is dat je ze hier ook echt regelmatig tegen het kronkelige lijf loopt! Martha, de vorige bewoonster, had ons wel verteld dat er slangen voorkomen rondom Snöbäcken. Ze had er op een gegeven zelfs zó veel, dat ze besloot om de vijver in de tuin te dempen, omdat dat de plek was waar ze op af kwamen.

Ook al ben je totaal niet bang voor slangen, het is altijd toch even schrikken als er plots een voor je voeten ligt. Zeker als je een zevenjarige dochter hebt die graag blootsvoets door de tuin holt. Adders zijn giftig en dus gevaarlijk. Ringslangen zijn niet giftig, maar ze kunnen wél gemeen bijten. Meestal zijn slangen echter schuw en kronkelen ze snel weg als je dichterbij komt. Toch hebben we al een paar spannende close encounters gehad.

Sommige slangen zijn zo herkenbaar dat ze een naam hebben gekregen. Onze favoriet is Tuinslang, een lange ringslang die woont in een hoop stenen in het grasveld voor ons huis. Voordat we wisten dat Tuinslang er woonde, speelde Ella regelmatig op deze stenen. Op een goede dag kwam onze huisvriend Lennart langs en zei “jullie weten toch wel dat er een grote lange slang woont in die hoop stenen waar Ella speelt?”. Wij schrokken en dachten eerst dat hij een grapje maken. We namen samen een kijkje en ja hoor: daar lag Tuinslang heerlijk te zonnebaden in het gras tussen de stenen…

Een ander hachelijk moment was in de vroege zomer van 2013, toen ik in de tuin bezig was om tuinmeubels te oliën. Met een kwast in mijn hand ging ik langzaam omlaag langs een stoelpoot. Toen ik bijna onderaan bij het gras was zag ik tot mijn schrik plots een adder in het gras bij mijn hand liggen. Een ringslang jaag ik meestal de tuin uit, maar een adder is toch een andere zaak. Ik besloot hem te vangen met de “slangentang” die Martha had achtergelaten, en plaatste hem in een emmer met deksel. Wat nu? Elders uitzetten dan maar. Ik liet hem weer los bij de bosrand aan de voorkant van Snöbäcken. Toen ik dit later aan Martha schreef, was haar antwoord dat een adder minstens 5 kilometer verderop moet worden uitgezet, anders komt ‘ie gewoon weer terug…Oeps. We hebben hem echter niet meer gezien!