Een woonkeuken (door Camilla)
Eindelijk hebben we een woonkeuken! Je zou je kunnen afvragen wat daar zo bijzonder aan is. Vroeger, in Zweden, dacht ik nooit na over het fenomeen “keuken”. Die was er gewoon: daar kookte je, bakte je, zat je samen aan tafel, at je, las je de krant en maakte kruiswoordpuzzels. Kortom: je leefde er.
In Nederland is een woonkeuken veel minder vanzelfsprekend. In allebei onze appartementen in Nederland was de keuken niet meer dan een hoek van de woonkamer.
Maar nu hebben we dus een grote ouderwetse woonkeuken. Met eikenhouten keukenkastjes, een kachel, een grote tafel, een aparte oven en een boel werkruimte. Daarom bakken we nu veel vaker dan vroeger. Ik heb altijd van bakken gehouden. Niet omdat ik zelf zoveel van koek en gebak houd, maar omdat het een creatieve bezigheid is, omdat het lekker ruikt, en omdat het ontspannend is.
Ik heb een flinke verzameling bak- en receptenboeken, maar mijn favoriet is de Zweedse klassieker “Sju sorters kakor“. Ik ga meestal uit van een recept zoals het in het boek staat, maar verander hier en daar soms wat. Vaak creëer ik zo een nieuw en eigen recept.
Als er verjaardagen zijn of gasten gaan komen, ben ik in de keuken te vinden met de garde in de aanslag. Taart, koekjes, gebak, cake, kaneelbroodjes, alles is mogelijk. Ella helpt meestal enthousiast mee, vooral met decoreren, aanmoedigen en het leeglikken van de beslagkom tot de laatste klodder.
We bakken ook brood. Soms wordt dit overheerlijk, soms veel te zwaar en compact. Ik geef de schuld aan de gist, maar denk eigenlijk dat het aan mezelf ligt, want ik wil soms te snel klaar zijn. En als het brood té gezond is, dan eet niemand ervan. Hoe dan ook, hier wordt vooral gebakken om het bakken!