Wie wat bewaart, heeft wat: wijnproeven december 2013
Afgelopen zomer deden we een dappere poging om zelf wijn te maken. We produceerden maar liefst twee soorten zelfgemaakte wijn: rabarberwijn en bessenwijn. Het was de eerste keer dat we iets dergelijks probeerden. Als laatste stap in het proces werd de wijn gebotteld. Daarna moesten we wachten. En wachten. En nog meer wachten.
We hebben beide wijnen gemaakt zonder kant-en-klaar recept, technische snufjes of mostweger om het suikergehalte te meten. Het enige gebruikte meetinstrument was een alcoholmeter om ongeveer te kunnen bepalen wanneer het gistingsproces moest worden gestopt (of juist versneld). Wel hebben we veel aandacht besteed aan hygiëne, met name aan het ontsmetten van de gistemmer, de jerrycans en de wijnflessen.
Op een mooie dag in december was het zover: wijnproeven in huize Snöbäcken. Of beter: Chateau de Ruisseau de la Neige…
En we hebben het overleefd! Ook onze vrienden, zowel in Nederland als in Zweden, konden de wijn waarderen.
Astrid en Elis vonden de rabarberwijn het lekkerst. Astrid schreef erover op haar eigen blog “Banktankar“.
Volgens Edward had het alcoholpercentage van de bessenwijn nog iets hoger mogen zijn…
Een korte evaluatie:
Rabarberwijn 2013: Een beetje stroeve, maar aangename rabarbersmaak. Is gekoeld het lekkerst, maar moet niet ijskoud zijn. Mooie lichte kleur, maar licht troebel (dat is vaak een probleem met rabarberwijn). Het alcoholpercentage is 13%.
Les voor de volgende keer: nog een keer extra overhevelen (drie keer in totaal) nadat het gistingsproces is gestopt, om de wijn nog meer te klaren.
Bessenwijn 2013: De wijn heeft een spannende frisse smaak waarbij de zwarte bessensmaak doorschemert zonder dat deze te dominant wordt. Mooie lichtrode kleur, bijna rosé-achtig. Deze wijn heeft eveneens een alcoholpercentage van 13%.
Les voor de volgende keer: meer sap uit de bessen proberen te persen bij het legen van de gistemmer.
Proost / Skål!
Skål, Nico!
Proost.