Teken zijn nare, bloedzuigende en ziekteoverbrengende beestjes die maken dat je hier in de zomerperiode bij iedere vorm van jeuk paranoïde al je huidplooien en lichaamsopeningen gaat checken. Als je er ’s nachts eentje aantreft, vastgebeten in je lies of op een andere onverkwikkelijke plek, denk dan niet dat je weer kan gaan slapen vóór dat je hem vakkundig hebt verwijderd en van het leven hebt beroofd.

Snöbäcken is – zoals veel andere plaatsen in Zweden – een populaire pleisterplaats voor teken. Dat komt met name doordat we hier omringd zijn door bos en door de aanwezigheid van massa’s herten, de favoriete prooi van de teken. Daarnaast hebben we ook nog eens twee katten die graag door de bossen struinen en dientengevolge helemaal onder de teken zitten als we ze niet behandelen met een speciaal anti-teekmiddel. Voordat we dit wondermiddel ontdekten, haalden we een keer achttien (!) teken van één enkel kattenoor af…

Er valt helaas ook voor de menselijke component in Snöbäcken niet te ontkomen aan een of meerdere tekenbeten per seizoen. En aangezien ik degene ben die meestal met de trimmer of bosmaaier een eind het bos in gaat of in greppels sta te maaien, ben ik dus ook meestal de gebeten hond…


Nu draai ik voor een teek meer of minder mijn hand niet meer om. Ik verwijder ze in de zomer routinematig bij de katten, mijn huisgenoten en mezelf. Eitje.

Maar de ziektes die ze kunnen overbrengen, dat is andere koek. Het is een soort Russisch roulette. Voordat we naar Zweden verhuisden, hebben we ons met het hele gezin bij de GGD laten inenten tegen teken-encefalitis (hersenontsteking). Dit moet elke drie jaar worden herhaald, maar daar is in ieder geval tegen te vaccineren. Veel vervelender is Borrelia (ziekte van Lyme). Hiertegen is geen vaccin beschikbaar en bovendien is er geen betrouwbare test om vast te stellen of je de ziekte ook daadwerkelijk hebt. Je merkt het dus pas als er zich symptomen beginnen te ontwikkelen. Tot nu toe heb ik twee keer de pech gehad om Lyme op te lopen.

De eerste keer was in Nederland, na een vakantie in Zweden waarbij ik een aantal tekenbeten had opgelopen. Terug in Nederland verscheen er na verloop van tijd een grote, rode en ovaalronde plek op mijn been. Alle alarmbellen gingen rinkelen. Dus gelijk naar de huisarts, maar die dacht daar anders over: “Nee hoor, het is gewoon een schimmelinfectie. Dus een paar weken een zalfje smeren en klaar”. Na drie weken smeren was de plek bijna zo groot als een voetbal, dus weer terug. Eerst wilde hij me hetzelfde middel voorschrijven, maar dan in pillenvorm. Maar na een test waarbij bleek dat mijn lichaam antistoffen aanmaakte (zoals vermeld is er geen test op de ziekte zelf) besloot hij toch om antibiotica voor te schrijven. Binnen een week was de plek verdwenen.


Afgelopen herfst was het weer mis
. “Papa, wat een grote muggenbult op je been” riep Ella op een gegeven moment. Toen ik de plek nader onderzocht voelde ik de bui al hangen. Het waren precies dezelfde symptomen als een paar jaar eerder: een grote rode vlek, wit in het midden, lichte jeuk aan de randen. Dus gelijk een afspraak gemaakt bij de Zweedse huisarts. Deze arts was goddank zeer ervaren, en vertrouwd met de symptomen. Hij had slechts tien seconden nodig om zijn diagnose te stellen: “Borrelia”. Recept voorgeschreven, naar de apotheek, antibioticakuur en drie dagen later begon de plek weg te trekken. Na tien dagen was hij geheel verdwenen en was ik genezen.

De komende zomer is het dus weer extra oppassen geblazen. Maar hoezeer je je best ook doet (lange mouwen en broekspijpen, spray, na elke activiteit je lichaam en kleding controleren op teken), het lijkt helaas onmogelijk om een tekenbeetvrije zomer te beleven. Dat is iets waarmee we hier allemaal zullen moeten leren leven…Dus: be careful out there, and teek care!