(door Sandor)
Allemaal wel leuk, dat emigreren, maar natuurlijk willen we op gezette tijden ook wel eens terug naar Nederland. In de eerste plaats uiteraard om familie, vrienden en bekenden te ontmoeten. En om het Kruidvat leeg te plunderen. En om favoriete gerechten te eten. En niet in de laatste plaats: om carnaval te vieren. Ik kom tenslotte uit Limburg. Bovendien is carnaval bij uitstek dé gelegenheid om in één klap een heleboel oude bekenden te ontmoeten onder het genot van een biertje.
Maastricht is de plek waar ik ben geboren en getogen. En Maastricht zal voor mij altijd een bijzondere plek blijven innemen. Ik was nooit een grote chauvinist. Het gemis kwam eigenlijk pas veel later, toen ik er al lang weg was. Je roots, de plek waar je je, ook na lange tijd weg te zijn geweest, als vanzelf thuis voelt en waar je altijd de weg blijft kennen, desnoods op de tast: dat is voor mij Maastricht. En niet te vergeten het dialect. Auw kloete!
Na Maastricht heb ik jarenlang in Nijmegen gestudeerd, gewerkt en gewoond. Ik heb eens even zitten tellen en het blijkt dat ik in beide steden precies 22 jaar heb doorgebracht! 4×11 dus, om in carnavalstermen te blijven. En mooi gelijk verdeeld, al heeft Maastricht om bovengenoemde reden toch altijd een klein streepje voor.
Nijmegen is echter een goede tweede. Ik heb er altijd met heel erg veel plezier gewoond, en niet voor niets wordt Nijmegen ook wel “de meest noordelijke zuidelijke stad van Nederland” genoemd. Met carnaval bezoeken we traditiegetrouw Millingen aan de Rijn bij Nijmegen, waar onze vrienden Edward en Alieke een aantal jaren geleden vanuit Nijmegen zijn neergestreken. Inmiddels is de carnaval daar verworden tot een echte feesttraditie en een reünie met vrienden, familieleden en bekenden. En ook dat voelt een klein beetje als thuiskomen…
Halverwege tussen Maastricht en Nijmegen liggen de dorpjes Reuver en Beesel. De geboorteplaatsen van mijn ouders. Na een lang leven in Maastricht zijn zij uiteindelijk teruggekeerd naar Reuver, en dat is dan ook meestal de uitvalsbasis tijdens onze trips naar Nederland. En tja, ook Reuver en Beesel voelen een klein beetje als thuis: omdat mijn ouders er wonen, maar ook omdat ik er als kind vaak kwam, op bezoek bij ooms, tantes, neefjes en nichtjes, waarvan een groot deel nog in deze contreien woont.
Carnaval was geweldig. En nu weer naar Zweden. Want dat is ook “thuis”. Wat ik maar wil zeggen: home is where the heart is. En als ik dit spreekwoord niet al had gebruikt voor een flauwe woordspeling over herten, een paar blog-posts geleden, dan was dit nu uitstekend van pas gekomen als titel boven dit verhaal. Bij gebrek aan iets beters heb ik daarom op Facebook om suggesties voor een betere titel gevraagd. Daarbij is Edward Otten als winnaar uit de bus gekomen en de prijs is: eeuwige roem!
Sandor