Dooi is mooi?

Het is een beetje een vreemde winter dit jaar. Ik schreef er al eerder over. Daar waar we vorig jaar tot eind april in een ijskoud winterlandschap bivakkeerden, hebben we (tot nu toe) te maken met een relatief zachte winter en serieuze dooi-aanvallen. Januari was wél wit en koud. En vorige week sneeuwde het zelfs nog 48 uur aan één stuk, waardoor we de hulp van huisvriend Lennart en zijn tractor met sneeuwschuiver moesten inroepen.


Daarna begon de dooi. Zó serieus dat de dikke pakketten sneeuw op ons dak met donderend geraas omlaag kwamen vallen. Midden in de nacht, waardoor ik rechtop in bed zat, denkend dat er een aardbeving was…


Voor zover de SMHI (de Zweedse KNMI) in deze regio vooruit kan kijken, staan er temperaturen van net boven nul of rond het vriespunt, met regen of af en toe een vlok sneeuw genoteerd. En dat is bijzonder voor februari in dit deel van Zweden.

Maar dooi is ook mooi: afgelopen maandag steeg er een dampende mist op van de dooiende sneeuw, die in combinatie met een lage zon spectaculaire plaatjes opleverde.

En laten we eerlijk zijn: we hebben geen onoverkomelijke bezwaren tegen een vroege lente dit jaar. Wat ons betreft hoeft deze winter echt niet zo lang te duren als de vorige, toen er maar geen einde aan leek te komen. We hadden toen nogal wat buiten-projecten gepland, en die moesten keer op keer worden uitgesteld. Bovendien had de natuur serieus te lijden van de lange winter: sommige planten en struiken overleefden de strenge winter simpelweg niet. Een aantal bomen en struiken bleek later in het jaar helemaal geen fruit of bessen te produceren. Vermoedelijk eveneens veroorzaakt door de koude winter.

De herten en elanden werden ook steeds wanhopiger en begonnen daardoor steeds brutaler te worden, hetgeen resulteerde in compleet afgeknaagde boombast (dodelijk voor de boom) en gemillimeterde appelboompjes.


Dus ach, laat die lente maar komen. Maar laten we niet teveel op de zaken vooruit lopen: het kan vriezen, het kan dooien!