Blog Image

Naar Zweden - Wonen op het Zweedse platteland

Over deze blog:

Hierin schrijven we over onze avonturen en projecten in Snöbäcken, zoals ons huis en de directe omgeving worden genoemd.

Met deze blog willen we in de eerste plaats mensen met interesse in landelijk wonen, natuur, tuinieren, emigreren en Zweden aanspreken. Ook willen we familieleden, vrienden en kennissen in Nederland op deze manier op de hoogte houden. Bovendien is het gewoon erg leuk om te schrijven over alles wat we hier meemaken!

Beestenboel in Snöbäcken, deel 2: een hondenleven

Dieren Posted on 04 nov, 2015 11:20:09

Alsof twee katten en vier kippen nog niet genoeg waren, zijn Ella en Camilla al sinds we hier wonen bezig over een hond. Ikzelf had altijd zo mijn twijfels. Niet omdat ik niet van honden hou, integendeel. Maar wel omdat ik besefte dat het nemen van een hond aanzienlijke logistieke complicaties met zich mee zou brengen. Hierbij denk ik vooral aan de trips naar vrienden en familie in Nederland en Stockholm die wij regelmatig maken. Maar hoe ik ook tegensputterde, er was geen houden meer aan: er moest en zou een hond komen. Uiteindelijk ging ik ook overstag, en werd in het voorjaar van 2015 besloten dat er nog voor de zomer een puppy naar Snöbäcken zou komen…

Na een oriëntatieperiode bleven er qua ras een aantal opties over, waarvan de Spangold Retriever en de Finse Lappenhond de meest serieuze kandidaten waren. In beide gevallen is de koop om uiteenlopende redenen op het laatste moment echter niet doorgegaan. Vervolgens hebben we ons oog laten vallen op de Nederlandse Schapendoes. Deze haarbollen zijn mij welbekend, want gedurende mijn jeugd ben ik opgegroeid met Bas, een trouwe schapendoes, aan mijn zijde. Ik hoefde dus niet overtuigd te worden, maar Camilla en Ella nog wél…

Nu wilde het toeval dat er hier vlakbij nog een Nederlands-Zweeds stel woont, en dat zij de trotse eigenaars zijn van maar liefst vier van deze doezen. Ze waren graag bereid om hun schapendoezen een middagje te komen showen. Daarna waren Camilla en Ella ook “om”!

Na wat gespeur op internet vonden we een fokker in Zuid-Zweden die schapendoes-puppy’s te koop had. We maakten een afspraak en op Hemelvaartsdag gingen we met z’n allen kijken bij Kennel Schappegården in Nässjö. Onze keuze viel vrijwel meteen unaniem op Eddie, dus dat was niet moeilijk. Begin juni was het eindelijk zover en konden we Eddie gaan afhalen!
Sinds afgelopen zomer hebben we dus een nieuwe bewoner erbij. Een puppy in huis nemen is net alsof je een pasgeboren baby hebt: er wordt naar believen geplast, gepoept en gejankt en veel slaap is je niet gegund. Dat was even doorbijten dus. Over doorbijten gesproken: onze Eddie bleek ook nog eens een echt bijtertje te zijn, dus behalve slaapgebrek bleven ook geperforeerde handen ons niet bespaard.

Natuurlijk is het ook erg leuk met zo’n schapendoes-pup: Eddie is actief, trouw, levenslustig en heeft zich in de korte tijd dat hij bij ons is erg aan ons gehecht.


We maken flinke wandelingen met hem en Ella leert hem allerlei trucjes. En aangezien schapendoezen echte pluizenbollen zijn, krijgt Eddie dagelijks een flinke borstelbeurt.


Oh ja: en schapendoezen zijn ook héél erg eigenwijs! Eddie is trouwens ook érg geïnteresseerd in alle andere huisdieren, met name in de katten. Deze zijn daar echter niet van gediend en beantwoorden een uitnodiging tot spelen doorgaans met een hautaine blik of – in noodgevallen – een krab- of blaasactie.

Eddie is nu zo’n zeven maanden oud en groeit als kool. Van een klein en kwetsbaar keffertje is hij nu al uitgegroeid tot een grote, sterke en wollige does.



Rond de leeftijd van een jaar zal hij min of meer zijn volgroeid. We hopen hem natuurlijk nog heel lang bij ons te hebben. Snöbäckens dierenkerkhof is aan onze Eddie nog even niet besteed!



Beestenboel in Snöbäcken, deel 1: katten en kippen

Dieren Posted on 04 nov, 2015 11:09:43

Sinds we Snöbäcken kochten in 2012, is het aantal bewoners in de vorm van huisdieren gestaag gegroeid. Het begon met huiskat Missan, die we “cadeau” kregen bij de huiskoop, omdat ze nu eenmaal bij het huis hoorde.


Helaas legde Missan al binnen een half jaar totaal onverwacht het loodje. Tot groot verdriet van met name Ella, die haar eerste huisdier graag wat langer bij zich had gehad. Maar zo gaat dat in de natuur. De vorige bewoonster, Martha, was gek op dieren en heeft er tientallen gehad. Omdat ook deze bij tijd en wijle overleden, beschikt Snöbäcken over een heus dierenkerkhof, waar ook Missan op een ijskoude decemberdag is bijgezet.



We hebben Martha op verzoek beloofd dat er, zolang wij hier wonen, elke avond een (batterij)kaarsje zal branden op het dierenkerkhof.

Toen Missan was overleden besloten we dat er een nieuwe kat moest komen. We realiseerden ons dat één kat zich misschien een beetje eenzaam zou voelen op dit grote terrein, en dat we eigenlijk meer dan genoeg ruimte hadden voor twee katten.

We gingen dus op zoek naar een duo. Het liefst twee katten die al aan elkaar gewend waren en die we op de een of andere manier konden helpen door ze uit een asiel te halen of door ze een beter thuis aan te bieden. Al snel vonden we een advertentie op de Zweedse “marktplaats” waarin er een nieuw thuis werd gezocht voor twee katten in het nabijgelegen Kumla. De eigenaresse woonde in een klein appartement en zocht een plek in de natuur met veel ruimte (liefst een boerderij) voor haar katten. En dat was precies wat wij te bieden hadden. De deal was dus snel gesloten en vanaf maart 2013 behoorden Pixie en Alice tot de vaste bewoners van Snöbäcken.

In de afgelopen jaren hebben we onze katten zien veranderen van twee schuwe en enigszins verwende huiskatten naar stoere boerderijkatten die kunnen gaan en staan waar ze willen en regelmatig een muis of een eekhoorn op het menu hebben staan. Een genot om te zien!

Pixie is in de zomer soms dagenlang de hort op maar komt uiteindelijk altijd weer terug. Alice is iets huiselijker en is altijd wel ergens in de buurt te vinden.


De katten allebei zijn zeer tam en aanhankelijk, wat natuurlijk ook erg prettig is voor Ella die overal rondsjouwt met de beestjes. Pixie en Alice beschikken over een eigen verwarmd gedeelte van de schuur, met manden, kussens en krabpalen, door ons liefkozend “het kattenhotel” genoemd…

En dan zijn er natuurlijk onze vier kippen, ook bekend onder de naam “Tokkies”: Wokkie, Truus, Agda en Fjun. Deze zijn vorig jaar al uitgebreid aan bod gekomen in een aparte blogpost over de bouw van ons kippenhok.


Inmiddels zijn de Tokkies volkomen ingeburgerd in Snöbäcken en produceren ze elke dag trouw vier eitjes.


Een keer per week mesten we het hok uit. In de winter moeten we bij strenge vorst wel wat verwarmings-maatregelen nemen om bevriezing van de kippen en hun drinkwater te voorkomen. Verder hebben we er weinig omkijken naar. Eigenlijk zijn kippen de ideale huisdieren!



Een kippenhok bouwen, deel 3: arrival of the Tokkies!

Dieren Posted on 12 sep, 2014 19:13:02

Na maanden van voorbereiding, bouwen en afwerking waren het kippenhok en de kippenren eindelijk klaar, en konden we gaan denken aan het aanschaffen van kippen. Ook hierbij oriënteerden we ons eerst via internet. We wilden graag rustige kippen die grote bruine eieren leggen, het liefst dagelijks. Na wat speurwerk kwamen we al snel uit bij het ras “Lohmann”. Deze kippen voldeden precies aan ons “daderprofiel”.

Na enig zoeken vonden we een boerengezin bij Linköping, op ongeveer een uur rijden vanaf Snöbäcken, dat deze kippen te koop aanbood. Dus gelijk gebeld en vier exemplaren gereserveerd! De kippen waren nog piepjong, 17 weken, dus nog niet aan de leg. Meestal beginnen ze rond een week of 20 met eieren leggen. Ideaal dus.

Het daarop volgende weekend reden we met z’n allen naar Linköping, vol goede moed en met twee lege draagmanden van de katten in de auto. Aangekomen bij de boerderij bleek het gezin niet aanwezig te zijn. Wat nu? Een naarstig gepleegd telefoontje wees uit dat ze onverwachts elders moesten zijn, maar geen probleem, zeiden ze: “zoek er zelf maar vier uit en laat wat geld in de brievenbus achter”(!) Zo gezegd, zo gedaan: we gingen op kippenjacht!


Met niet al te veel moeite konden we zelf vier mooie rustige kippen vangen en lukte het ons om ze in de draagmanden te manoeuvreren…om vervolgens aan de terugreis te beginnen.


Aangekomen in Snöbäcken waren onze katten natuurlijk razend nieuwsgierig naar deze vier nieuwe huisgenoten!


We lieten de kippen eerst een dagje wennen in hun nieuwe onderkomen. Het luik naar de ren buiten bleef nog even dicht. Ze waren verbazingwekkend tam, en begonnen al direct uit Ella’s hand te eten.

Natuurlijk moesten de Tokkies ook allemaal een eigen naam krijgen. Na koortsachtig familie-overleg werd besloten tot Fjun (=Pluisje), Truus, Agda (naar een nummer van Cornelis Vreeswijk) en Wokkie (naar “wokkie tokkie”, Ella’s eerste woordjes steenkolen-Engels voor “walkie talkie”).

De volgende ochtend was Ella als eerste uit de veren om te gaan kijken naar de nieuwe huisdieren. Na een minuut kwam ze hijgend en dolenthousiast terugrennen met in haar hand: een ei! We dachten nog even dat ze een grapje maakte, maar nee hoor, het was er toch écht een. Blijkbaar beviel het nieuwe leventje in Snöbäcken de Tokkies uitstekend…

Na een dag en een nacht wennen mochten de kippen ook naar buiten om kippenren “Alcatraz” te verkennen en bewonderen. Ook dit verblijf werd meteen goedgekeurd.

In de daaropvolgende dagen begonnen ze allemaal eieren te leggen, zodat we nu, twee weken na aanschaf, al elke dag vier eitjes hebben.

Het verhaal van de Tokkies is, om kort te gaan, een doorslaand succes geworden. De kippen lijken dolgelukkig met hun komst naar Snöbäcken en hun nieuwe leventje. En wij zijn dat ook!

Sandor



Als ze me missen…

Dieren Posted on 19 jun, 2014 10:56:55

Van nature ben ik absoluut geen fanatiek sportvisser. Sterker nog, voordat ik in Zweden op vakantie ging had ik nog bijna nooit een hengel in mijn handen gehad. In Nederland heb ik nooit de behoefte gevoeld om langs een kade of waterrand te gaan zitten hengelen. Vissen in Zweden is echter van een geheel andere orde: door de mooie natuur en de totale afzondering wordt het vissen een soort meditatieve bezigheid. Je wordt één met de omgeving en je gedachten dwalen af van de dagelijkse beslommeringen. Of je iets vangt doet er in feite niet toe. Nou ja, het is wel mooi meegenomen natuurlijk.

De meest voorkomende vissoorten in de meren in de omgeving van Snöbäcken zijn snoek, baars en snoekbaars. Zalm-achtigen komen helaas in dit deel van Zweden niet voor, tenzij ze zijn uitgezet.


Wat je vangt hangt af van hoe je vist (vanaf de waterkant of vanuit een boot), wat voor soort hengel je gebruikt, en wat voor aas daar aan vast zit. Ik gebruik een mix van verschillende methodes, hengels en aas, maar mijn favoriet is het met een werphengel vanaf de waterkant vissen op snoek, met een spinner als aas. Simpelweg omdat dat voor mij de meest spannende en actieve manier van vissen is. Deze methode heeft één nadeel: op gezette tijden blijf je met de spinner achter een tak of rots steken, waarna er – na wanhopig getrek en gevloek – uiteindelijk meestal niets anders resteert dan de lijn door te snijden (of zelf het water in te gaan, alleen aan te bevelen in de zomer).


Snoeken
zijn echte roofvissen en vaak is het een heel gevecht om zo’n beest ook daadwerkelijk aan de kant te krijgen. Vanwege de scherpe tanden zijn handschoenen geen overbodige luxe. Meer dan eens is mijn vislijn zonder pardon doorgebeten. Snoek is wat ons betreft bepaald geen delicatesse. Soms nemen we er een mee voor de katten, maar die moet dan wel eerst gekookt worden.


Snoekbaars is daarentegen erg lekker! En baars is ook best te pruimen, maar is vaak (te) klein van formaat. Het overgrote deel van de gevangen vis wordt dan ook weer netjes terugzet. Maar natuurlijk wel eerst even op de foto!


Sandor



Teken van leven

Dieren Posted on 07 mei, 2014 21:34:41

Teken zijn nare, bloedzuigende en ziekteoverbrengende beestjes die maken dat je hier in de zomerperiode bij iedere vorm van jeuk paranoïde al je huidplooien en lichaamsopeningen gaat checken. Als je er ’s nachts eentje aantreft, vastgebeten in je lies of op een andere onverkwikkelijke plek, denk dan niet dat je weer kan gaan slapen vóór dat je hem vakkundig hebt verwijderd en van het leven hebt beroofd.

Snöbäcken is – zoals veel andere plaatsen in Zweden – een populaire pleisterplaats voor teken. Dat komt met name doordat we hier omringd zijn door bos en door de aanwezigheid van massa’s herten, de favoriete prooi van de teken. Daarnaast hebben we ook nog eens twee katten die graag door de bossen struinen en dientengevolge helemaal onder de teken zitten als we ze niet behandelen met een speciaal anti-teekmiddel. Voordat we dit wondermiddel ontdekten, haalden we een keer achttien (!) teken van één enkel kattenoor af…

Er valt helaas ook voor de menselijke component in Snöbäcken niet te ontkomen aan een of meerdere tekenbeten per seizoen. En aangezien ik degene ben die meestal met de trimmer of bosmaaier een eind het bos in gaat of in greppels sta te maaien, ben ik dus ook meestal de gebeten hond…


Nu draai ik voor een teek meer of minder mijn hand niet meer om. Ik verwijder ze in de zomer routinematig bij de katten, mijn huisgenoten en mezelf. Eitje.

Maar de ziektes die ze kunnen overbrengen, dat is andere koek. Het is een soort Russisch roulette. Voordat we naar Zweden verhuisden, hebben we ons met het hele gezin bij de GGD laten inenten tegen teken-encefalitis (hersenontsteking). Dit moet elke drie jaar worden herhaald, maar daar is in ieder geval tegen te vaccineren. Veel vervelender is Borrelia (ziekte van Lyme). Hiertegen is geen vaccin beschikbaar en bovendien is er geen betrouwbare test om vast te stellen of je de ziekte ook daadwerkelijk hebt. Je merkt het dus pas als er zich symptomen beginnen te ontwikkelen. Tot nu toe heb ik twee keer de pech gehad om Lyme op te lopen.

De eerste keer was in Nederland, na een vakantie in Zweden waarbij ik een aantal tekenbeten had opgelopen. Terug in Nederland verscheen er na verloop van tijd een grote, rode en ovaalronde plek op mijn been. Alle alarmbellen gingen rinkelen. Dus gelijk naar de huisarts, maar die dacht daar anders over: “Nee hoor, het is gewoon een schimmelinfectie. Dus een paar weken een zalfje smeren en klaar”. Na drie weken smeren was de plek bijna zo groot als een voetbal, dus weer terug. Eerst wilde hij me hetzelfde middel voorschrijven, maar dan in pillenvorm. Maar na een test waarbij bleek dat mijn lichaam antistoffen aanmaakte (zoals vermeld is er geen test op de ziekte zelf) besloot hij toch om antibiotica voor te schrijven. Binnen een week was de plek verdwenen.


Afgelopen herfst was het weer mis
. “Papa, wat een grote muggenbult op je been” riep Ella op een gegeven moment. Toen ik de plek nader onderzocht voelde ik de bui al hangen. Het waren precies dezelfde symptomen als een paar jaar eerder: een grote rode vlek, wit in het midden, lichte jeuk aan de randen. Dus gelijk een afspraak gemaakt bij de Zweedse huisarts. Deze arts was goddank zeer ervaren, en vertrouwd met de symptomen. Hij had slechts tien seconden nodig om zijn diagnose te stellen: “Borrelia”. Recept voorgeschreven, naar de apotheek, antibioticakuur en drie dagen later begon de plek weg te trekken. Na tien dagen was hij geheel verdwenen en was ik genezen.

De komende zomer is het dus weer extra oppassen geblazen. Maar hoezeer je je best ook doet (lange mouwen en broekspijpen, spray, na elke activiteit je lichaam en kleding controleren op teken), het lijkt helaas onmogelijk om een tekenbeetvrije zomer te beleven. Dat is iets waarmee we hier allemaal zullen moeten leren leven…Dus: be careful out there, and teek care!



Hertensafari in de avondzon

Dieren Posted on 14 apr, 2014 21:29:26

Vandaag zagen we laat in de middag plots een jong mannetjeshert rond Snöbäcken rondstruinen.


Dat werkte inspirerend. Tijdens het avondeten werden plannen gesmeed voor een heuse hertensafari in het boslandschap rond Hjortkvarn. Het was een prachtige avond met ondergaande zon en dat leverde dus mooie plaatjes op.




Na enkele kilometers werd ons geduld beloond en kregen we een heleboel herten te zien!

En dat allemaal op een doordeweekse maandagavond…tot de volgende keer!



Home is where the hert is

Dieren Posted on 09 jan, 2014 10:14:12

Het hert op de goede plek… (door Sandor)

Toen we nog in Nederland woonden, startte er in onze woonplaats Nijmegen een project genaamd “het groene hert”. Hierbij ging het om duurzaamheid en energiebesparing. De mascotte van het project was een knalgroen gebreid hert, en “hert” refereerde daarnaast aan de Nimweegse uitspraak van het woord “hart”.

Het groene hert aan de Waalkade in Nijmegen. De huizen op de achtergrond behoren tot het complex waar wij woonden (foto: website “het groene hert”)

Inmiddels is het project ter ziele. Failliet verklaard. Gelukkig hebben we er hier in Zweden een ander soort hert voor in de plaats gekregen!

Hjortkvarn betekent letterlijk vertaald “Hertmolen” en dat is niet voor niets. “Molen” refereert aan een oude watermolen die voor de houtzagerij werd gebruikt. Verder krioelt het hier van de herten. Zo erg zelfs, dat de grote weg 51, die langs het dorp loopt, tot wel 15 kilometer ten noorden van Hjortkvarn aan beide zijden is afgezet met een hoog hekwerk. Dit om wildongelukken te voorkomen. Behalve bruine damherten komen er hier ook veel donkerbruine/zwarte damherten voor, evenals reeën en edelherten.


Ook rondom ons eigen Snöbäcken zijn er veel herten. Je kunt ze het hele jaar door zien, maar vooral in de winter. Naarmate de winter vordert worden ze steeds hongeriger en verliezen ze langzaam hun natuurlijke schuwheid. Rondom de huizen is er immers meer kans om iets eetbaars te vinden. De composthoop aan de bosrand achter onze tuin is een grote favoriet. In het verleden is de tuin rond Snöbäcken omheind om herten buiten en honden binnen te houden. Maar in de winter laten de herten zich niet veel gelegen liggen aan deze afrastering. Met één welgemikte sprong belanden ze in de tuin, op zoek naar iets eetbaars. Onze moestuin is ook nog eens extra omheind, en dat houdt ze meestal wel tegen.




Als ze écht honger hebben, aan het einde van de winter, kunnen herten ook schade aanrichten. Ze eten dan boombast, omdat er verder weinig eetbaars is te vinden. Als de boombast rondom een boom helemaal weg is gevreten, sterft de boom. Afgelopen winter bood onze composthoop plots niet meer genoeg eetbaars. In allerijl moesten we extra afrasteringen rondom de jongere bomen plaatsen, omdat deze ten prooi dreigden te vallen aan de vraatzucht van de hongerige herten.


Maar de herten leveren ook een positieve bijdrage aan de tuin: mest. In de winter en vroege lente verzamelen we emmers vol hertenpoep en mengen dit ter verrijking door de compost. Dank U wel!


In de herfst, de bronsttijd, zorgen de edelherten voor een spectaculair fenomeen: het burlen. In de stille avonduren en de nachten kan je de oerkreet van de mannelijke edelherten door de bossen rondom Snöbäcken horen galmen. Erg indrukwekkend.

Naast de verschillende hertensoorten komen er in het gebied rond Snöbäcken ook elanden, wilde zwijnen, vossen, lynxen, roofvogels en dassen voor. Maar de herten vormen het overgrote deel van het aanwezige wild, en ze zijn ook het meest zichtbaar in de omgeving. Er is niets mooier dan ’s ochtends wakker te worden, en een grote groep herten door je tuin te zien paraderen.



The moose is loose!

Dieren Posted on 29 nov, 2013 22:02:32

Elanden (door Sandor)

Elanden zijn machtige dieren. Ze komen in bijna heel Zweden voor, maar dat betekent niet dat je ze ook vaak ziet. Ze zijn erg schuw en komen vaak pas bij schemering of in het donker tevoorschijn. Zo ook rond Snöbäcken.

In de lange koude winter van 2012-2013 merkten we plots dat de twee appelboompjes in onze tuin ineens een stuk korter waren geworden. Toen we in de ijzige kou een kijkje gingen nemen, vonden we een paar enorme pootafdrukken en een boel bruine stugge haren in de sneeuw. Even dachten we dat de verschrikkelijke sneeuwman langs was geweest. Maar na enig logisch nadenken was de enig mogelijke conclusie dat we bezoek hadden gehad van een eland.

Pootafdruk van een eland in de sneeuw in Snöbäcken, januari 2013

Toen we even later weer behaaglijk binnen waren, stonden we nog even na te praten hierover. Plots viel Camilla’s mond open en wees ze door het raam naar buiten: “De eland!”. Verscholen tussen de bossen rondom het huis stond een grote vrouwtjes-eland aan een boom te knagen.


Maar deze eland was duidelijk iets van plan: de appelbomen in onze tuin waren klaarblijkelijk in de smaak gevallen, en deze eland was op zoek naar meer. Stukje bij beetje kwam ze dichterbij. Wij verschansten ons met een camera op de bovenverdieping zodat we goed zicht hadden. En ja hoor, daar kwam de eland de tuin in. Nee, ze sprong niet over het hek zoals de herten dat doen: ze stapte er gewoon overheen!


Langzaam slenterde ze naar de bewuste appelboompjes en begon er stoïcijns van te eten. We maakten wat foto’s en genoten van dit prachtige moment, maar zagen ook dat onze boompjes snel gereduceerd werden tot een paar afgeknaagde sprieten.



Tijd dus om in te grijpen: naar buiten toe en een paar keer flink in de handen klappen bleek afdoende om mevrouw Eland tot andere gedachten te bewegen. Met een paar elegante stappen verdween ze uit onze tuin, op zoek naar makkelijker slachtoffers…



Addertjes onder het gras

Dieren Posted on 29 nov, 2013 21:34:29

Slangen (door Sandor)

In Zweden komen – net als in Nederland – slangen voor, vooral ringslangen en adders. Het grote verschil met Nederland is dat je ze hier ook echt regelmatig tegen het kronkelige lijf loopt! Martha, de vorige bewoonster, had ons wel verteld dat er slangen voorkomen rondom Snöbäcken. Ze had er op een gegeven zelfs zó veel, dat ze besloot om de vijver in de tuin te dempen, omdat dat de plek was waar ze op af kwamen.

Ook al ben je totaal niet bang voor slangen, het is altijd toch even schrikken als er plots een voor je voeten ligt. Zeker als je een zevenjarige dochter hebt die graag blootsvoets door de tuin holt. Adders zijn giftig en dus gevaarlijk. Ringslangen zijn niet giftig, maar ze kunnen wél gemeen bijten. Meestal zijn slangen echter schuw en kronkelen ze snel weg als je dichterbij komt. Toch hebben we al een paar spannende close encounters gehad.

Sommige slangen zijn zo herkenbaar dat ze een naam hebben gekregen. Onze favoriet is Tuinslang, een lange ringslang die woont in een hoop stenen in het grasveld voor ons huis. Voordat we wisten dat Tuinslang er woonde, speelde Ella regelmatig op deze stenen. Op een goede dag kwam onze huisvriend Lennart langs en zei “jullie weten toch wel dat er een grote lange slang woont in die hoop stenen waar Ella speelt?”. Wij schrokken en dachten eerst dat hij een grapje maken. We namen samen een kijkje en ja hoor: daar lag Tuinslang heerlijk te zonnebaden in het gras tussen de stenen…

Een ander hachelijk moment was in de vroege zomer van 2013, toen ik in de tuin bezig was om tuinmeubels te oliën. Met een kwast in mijn hand ging ik langzaam omlaag langs een stoelpoot. Toen ik bijna onderaan bij het gras was zag ik tot mijn schrik plots een adder in het gras bij mijn hand liggen. Een ringslang jaag ik meestal de tuin uit, maar een adder is toch een andere zaak. Ik besloot hem te vangen met de “slangentang” die Martha had achtergelaten, en plaatste hem in een emmer met deksel. Wat nu? Elders uitzetten dan maar. Ik liet hem weer los bij de bosrand aan de voorkant van Snöbäcken. Toen ik dit later aan Martha schreef, was haar antwoord dat een adder minstens 5 kilometer verderop moet worden uitgezet, anders komt ‘ie gewoon weer terug…Oeps. We hebben hem echter niet meer gezien!